zaterdag 22 augustus 2009

De Klagende Gekko; Een Balinees Volksverhaal

Op een dag klopte de Gekko bij het Dorpshoofd aan. „Kun je me helpen?“ klaagde hij. „Praat alsjeblieft met de Vuurvlieg voor mij. Hij houdt me de hele nacht wakker door met zijn licht in mijn ogen te schijnen“. Het Dorpshoofd, die ervan hield belangrijk te klinken, zei: „Ik zal het tot op de bodem uitzoeken. Kom over een week maar terug om mijn antwoord te horen“.
Het Dorpshoofd riep de Vuurvlieg bij zich en vroeg hem heel vriendelijk: „Vertel me eens waarom je de mensen schrik aanjaagt door ze met je licht in de ogen te schijnen?“ De Vuurvlieg was maar een nederig manneke en deed zijn lamp uit, vouwde zijn vleugels ineen en zei: „Het spijt me meneer, maar ik wilde alleen de boodschap doorgeven. Ik hoorde de Specht hameren op een boomstam en ik dacht dat het een kul-kul was, om de dorpsbewoners voor gevaar te waarschuwen.
Nu vond het Dorpshoofd het tijd worden om spijkers met koppen te slaan en riep de Specht bij zich: „Wat is er met je aan de hand, dat je al deze problemen veroorzaakt?“ De Specht zette zijn veren op en antwoordde: „Edelachtbare, ik hoorde de Kikker in het rijstveld tekeer gaan en dacht, er moet een aardbeving op komst zijn, luister maar naar de Kikker. Dus ik gaf alleen de boodschap door“.
Zo onderhand begon het Dorpshoofd er aardig genoeg van te krijgen en riep de Kikker. De Kikker hopte dichterbij, maakte een buiging en verklaarde dat hij wel wist waarom hij geroepen was. „Het spijt me vreselijk, maar het was de enige manier om de Grote Zwarte Kever ervan te weerhouden ladingen mest door de straat te dragen. Uitermate onhygiënisch, als je `t mij vraagt...“. “Oh,” zei het Dorpshoofd en propte een stuk betelnoot in zijn mond. „Wacht maar tot ik met de Grote Zwarte Kever heb gesproken“.
Toen de Kever het kantoor van het Dorpshoofd in gekropen kwam, was hij behoorlijk over zijn toeren. „Mijn Dorpshoofd,“ zei hij, terwijl hij zijn voelspriet nederig op het tapijt liet hangen, „het moge duidelijk zijn dat ik het niet iedereen naar de zin kan maken. Denkt u soms dat het een pretje is, om al het vuil door de straten te moeten dragen? Helemaal niet, maar iemand moet het vuile werk opknappen, als de Waterbuffel weereens zijn behoefde in het midden van de weg heeft achtergelaten!“
“Nou heb ik het helemaal gehad,” brulde het Dorpshoofd, die zich zorgen begon te maken of hij wel op tijd zou zijn voor het hanengevecht in het volgende dorp. „Breng de Waterbuffel hier!” De Waterbuffel was bij aankomst behoorlijk pissig: “Is dat mijn dank voor al mijn harde werk, het opvullen van putten in het wegdek? Als de Regen de boel weereens vernield heeft, wilt u het misschien liever zelf doen?“
Natuurlijk wilde het Dorpshoofd nu een woordje wisselen met de Regen, maar die werd zo bood dat hij hagelstenen spuugde. „Lekker is dat!“ donderde hij, wekenlang hebben de Gekko’s offers gelegd zodat de Goden regen zouden brengen – want zonder regen geen muggen – en zonder muggen krijgt de Gekko honger. Dus praat met hem en laat mij met rust!“
Toen de Gekko terugkwam om zijn antwoord aan te horen had het Dorpshoofd weinig medelijden met hem. “Maak dat je wegkomt, en doe je best in pais en vrede met je medemens samen te leven. Iedereen heeft zo zijn eigen problemen...“

¹ De kul-kul is een bel van hout of bamboe, die geluid wordt in geval van overlijden (langzaam) of rampspoed (snel). Hij moet in alle uithoeken van het dorp te horen zijn…

vrijdag 21 augustus 2009

Gekko's & Voorspoed.

Achter de boekenkast woont een monstergekko. Ik zweer het je, het beest is zo groot als een teckel. Op zich vinden we het niet zo erg, dat hij daar woont. Gekko’s zijn niet alleen mooie, maar ook nuttige diertjes, die insecten eten. En die zijn er hier in overvloed, terwijl augustus de koele, droge maand is. Kun je nagaan hoe het hier is als de tropische regenbuien beginnen te kletteren!
Dus als ons huisdier ons wakker maakt midden in de nacht, door luidkeels zijn naam door de donkere woonkamer te laten schallen, vind ik hem niet zo lief meer. Ik herinner mezelf eraan dat hij daar eenzaam en alleen op zijn vaste plekje achter de boekenkast nuttig werk uitvoert. Af en toe steekt hij zijn tong uit en haalt een hele hoop muggen in een keer naar binnen. De schat!
Op een keer zagen we zijn kop een klein stukje boven de kast uitsteken en daar schrokken we wel een beetje van. Uiteindelijk heb ik de moed bijeen kunnen schrapen om met mijn camera zo dichtbij mogelijk te gaan staan en zover mogelijk in te zoomen. Iets in mij verwachtte dat hij ons op een dag op zal eten, wat natuurlijk de grootste flauwekul is. Gekko’s staan erom bekend dat ze behalve heel nuttig ook erg schuw zijn.
De foto bewees mijn theorie dat hij daar maar vliegjes naar binnen zit te slurpen. Let op zijn slappe pootjes, die werkeloos langs zijn kwabbige lijf lijken te hangen. Geen wonder, als je bewegingsterrein zich tot twee vierkante meter beperkt!


Normaliter zijn het hele gracieuze beestjes om te zien. Om die reden gebruiken de Balinezen ze veelvuldig om af te beelden op hun kunst- en nijverheidsprodukten. Als ik `s avonds om me heen kijk, zie ik er altijd wel een paar over het plafond schieten, onderwijl vliegjes, spinnetje en mugjes naar binnen werkend. Ik bewonder dan hun sierlijkheid en snelheid. Vooral de als handjes gevormde pootjes, die ervoor zorgen dat de zwaartekracht ze niet te pakken krijgt, vind ik prachtig.
Balinezen zullen een gekko niet zo snel doden. Dat heeft niet zozeer met insecten te maken, maar met geloof. Gekko’s worden gezien als “huisgoden“ die bescherming bieden tegen de boze buitenwereld, of op zijn minst als symbool van goedheid en geluk. In een plaatselijk sufferdje las ik een verhaal over een gezin waarvan de man des huizes een gekko doodde. Binnen een dag na de ˝moord˝ begonnen de problemen; op financieel vlak en in de relatiesfeer. De misère was pas afgelopen nadat er op gepaste wijze eer aan het slachtoffertje was betoond door middel van het leggen van offers.
Het is sowieso niet ongewoon dat er offers voor huisgekko’s worden gelegd. Daarmee wordt het doel beoogd dat ze voor voorspoed in de huiselijke sfeer zorgen en de nodige nachtrust. Wellicht is dit waar wij in gebreke zijn gebleven....

zondag 9 augustus 2009

Pegarwesi.

In Bali is altijd wel wat te doen… Het dagelijks leven is er namelijk doorspekt met rituelen en ceremonies. De lokale vorm van hindoeïsme is beinvloed door het animisme en daar dankt het zijn bijzondere vorm aan. Goden, zielen en voorouders moeten allemaal tevreden gehouden worden. Offers zien er daarom altijd mooi uit: een compositie van in elk geval bloemen en rijst, maar je kunt ook ongewonere zaken verwachten. Fruit, crackers, snoepjes en sigaretten kom je eveneens vaak tegen! Dit alles wordt gepresenteerd op een palmblad. Vooral Balinese vrouwen moeten het er maar druk mee hebben want je ziet de kleine kunstwerkjes letterlijk overal: niet alleen op altaars maar voor elke ingang en zelfs op straat.

Ik was dan ook niet echt verbaasd afgelopen week plotseling een wildvreemde vrouw in mijn tuin te zien rondlopen. Ze kwam offers op onze huisaltaars brengen ter ere van het feest van Pagerwesi. Goden en voorouders worden die dag gevraagd om bescherming tegen kwade krachten. Vertaald betekent het "ijzeren hek". Na de ritueel maakte ze een babbeltje. Ze bleek de echtgenote van de huisbaas te zijn, die ons al met veel hand- en spandiensten bij heeft gestaan. Het is helemaal niet erg de offerwaren naderhand voor praktischere doeleinden te gebruiken, want ze bood me er wat fruit en ander lekkernijen van aan.

Aanvankelijk liep ik heel omzichtig om de offerstukjes heen. Maar omdat je ze soms ook midden op een stoep of straat tegenkomt, merkte ik al gauw dat dit geen teken van disrespect is. Een van mijn nieuwe vriendjes, die me regelmatig in mijn tuin op komt zoeken, liet me zien dat de natuur gewoon zijn gang moet gaan. En zo is het goed.


zaterdag 8 augustus 2009

Niet Goor en Eng

Behalve te genieten van Het Goede Leven, probeer ik mezelf zo nu en dan nuttig te maken. Het is hier heel gewoon een pembantu, hulp in de huishouding te hebben en die van ons komt alle dagen van de werkweek. En ik werk helemaal niet! In een tweepersoonshuishouden is niet zo gek veel schoon te maken dus hadden we bedacht dat Putu, onze hulp, ook voor ons zou kunnen koken. Met wat hand- en spandiensten van mijn kant, zodat ik er ook nog wat van opsteek. Indonesische recepten lezend zakt mijzelf de moed in de schoenen,want de ingredienten zijn mij ten dele onbekend en uit een ver verleden weet ik nog wat een werk het is zelf een boemboe te maken. Dat de Balinese dames moderne keukenprinsessen zijn bleek al snel, want de door mij aangeschafte vijzel kwam niet aan het koken te pas. In plaats daarvan kwam Putu terug van de markt met een zakje Ajam Rasa, waarvan ik vermoed dat het kipkruiden zijn. Voor de bereiding komt het recept in een hectisch Westers huishouden ook zeker van pas. Het komt voor twee eters met een enorme trek op het volgende neer, de ingredienten worden stapsgewijs toegevoegd:

* rijst in de rijststomer gaar laten koken.
* twee kipfiletjes in kleine stukken snijden en in olie aanbakken.
* flink veel fijngehakte knoflook erbij, Putu gebruikte wel vier teentjes!
* 2 grof gehakte preitjes en een uitje erbij.
* ajam rasa toevoegen en een kwart kool en de bladen van een koolsoort die veel op paksoi lijkt, twee stuks om precies te zijn.
* twee losgeklopte eieren erbij.
* gekookte rijst meeroerbakken en kruiden naar smaak met peper, ketjap manis en sambal.
* de rode peper was ze vergeten omdat ze zelf niet van pittig houdt, in principe is het nu tijd voor de finishing touch: fijngehakte selderij.



Nasi goreng koppel ik in gedachten altijd aan een verhaal over een goor en eng uitgevallen gerecht. Niet in dit geval, ik verzeker je.
En nu ga ik bedenken wat hier lekker bij zou kunnen smaken....

vrijdag 7 augustus 2009

De Grote Sprong

Een paar weken geleden ben ik naar Bali verhuisd. Dat was mijn Grote Sprong voorwaarts. Althans, ik hoop dat dat de richting is waarin ik de sprong maak. Ik ben hier gekomen met mijn lief, de rest is onduidelijk. De keuze is gevallen op het pad dat onbekend is. Wie ben ik vanaf nu? Niet meer de juf, niet meer de zelfstandige, werkende vrouw. Al dat is weg. Maar wat komt er voor in de plaats. De voorspelbaarheid is zeker verdwenen uit mijn leven! En het is nog wel een geheel zelfstandig gemaakte keuze! Klagen verboden!
Mijn goede vriendin Ruby, hoewel niet geheel uit vrije wil, gaat ook door een periode van verandering. Ik denk dat ze het bij het juiste eind had toen ze stelde dat zij en op het punt stonden onszelf te herdefiniëren. Voor al wat ik achter me heb gelaten zal iets nieuws komen.
Op het moment dat de mogelijkheid er was hierheen te bivakkeren, schoot het door me heen: deze kans komt nooit meer terug. De brede laan, weliswaar een beetje platgetreden maar helder, zonnig en de kans is klein dat je erop verdwaalt. Of het donkere kronkelpaadje, dat slingerend het bos ingaat, zonder dat je weet waar het uitkomt. Dus ik deed mijn ogen dicht en sprong...

Als "Lady of Leisure" heb ik tegenwoordig royaal de tijd voor allerlei zaken die ik voorheen als luxueus beschouwde. Zoals het volgen van blogs. Op een van mijn favorieten (www.balisideoflife.blogspot.com) vond ik een verwijzing naar een gedicht van Robert Frost dat ik in de toekomst op mijn eigen situatie hoop toe te kunnen passen. Dus met dank aan de Airy Fairy:

I shall be telling this with a sigh

Somewhere ages and ages hence:

Two roads diverged in a wood, and I—

I took the one less traveled by,

And that has made all the difference.


Gelukkig maar dat ik het grootste deel van de tijd niet eens aan piekeren denk. Waarom zou ik ook, met zo'n uitzicht vanaf mijn eigen dakterras.