woensdag 18 november 2009

De Paden Op, De Rijstvelden In.

Niet lang geleden nam ik me plechtig voor vaker eropuit te gaan. De paden op, de rijstvelden in! Er is veel te zien en nu ik omkom in de vrije tijd, is het zonde daar geen gebruik van te maken. Ubud is uitermate geschikt, met min of meer uitgestippelde en gemakkelijk toegankelijke routes. Maar daar moet ik eerst drie kwartier voor rijden en rijstvelden heb ik ook naast de deur.
De poort uit, een helling af en via een loopplank een riviertje over. Stukje omhoog en dan is dit het resultaat.

Op plastic teenslippers, want de ruimte tussen de verschillende rijstplateaus is smal en er is altijd het risico een paar natte voeten op te lopen. Mijn gevoel voor evenwicht is niet om over naar huis te schrijven en ik verwacht voortdurend tot de enkels in de modder te staan... De wetenschap dat daar kikkers en alen leven doet me het zweet uitbreken. Ik wil niet misstappen, maar ik wil ook alles zien. De vogels, de vlinders, de mensen. Het is oogstseizoen dus druk op de velden. Dat hadden we thuis ook al gemerkt. Vaak liggen er grote balen gras op het pad en soms lijkt het er wel een markt: zoveel geanimeerd geklets...

Dat is me van de wandelingen het best bijgebleven. De mensen zijn uitermate vriendelijk en sociaal. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd, zou een Balinees levensmotto kunnen zijn. In Ubud maakten de lokale gidsen altijd een praatje met de werkers. Daar wordt bij gelachen en zeker als het om groepjes vrouwen gaat schijnen de grapjes niet altijd even kuis te zijn... Overigens zijn zij niet persé boer van beroep. Land is van oudsher in het bezit van families. Dat verplicht ieder lid tijdens de oogst de handen uit de mouwen te steken. Bovendien houden Balinezen van netjes. Stoepjes worden dagelijks geveegd en rijstvelden en de slootjes eromheen worden even netjes bijgehouden. Zoveel keurigheid vraag erom dat iedereen zijn steentje bijdraagt!

Jammer dat het niet zo hard gaat met het leren van Bahasa Indonesia. De woorden willen maar niet in mijn hoofd blijven zitten, wat geheel en al aan mij ligt want ik stamp niet elke dag braaf mijn woordjes in. Ik zou heel graag kunnen verstaan wat er gezegd wordt, of zelf een babbeltje aangaan met voorbijgangers. Uit de eerste hand mogen vernemen hoe mensen in het leven staan. En dat is wederzijds. Wie je ook tegenkomt, je wordt gegroet en aangesproken.
Soms wordt er een woordje in het Engels uitgewisseld. Zoals met dit aardige stel, vermoedelijk moeder en zoon.

Op het moment dat ik ze tegenkwam, was ik - binnen 20 minuten na vertrek - alweer op de terugweg. Om half acht 's ochtends begint het al behoorlijk op te warmen en het zweet gutste door mijn wenkbrauwen in mijn ogen. En ik had geen bepakking!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten